Stap 1: Realiseer onsite projecten (investeringsbesluit (FID) in 2021-2022, constructie 2022-2025)
Op dit moment worden op verschillende locaties in het land projecten ontwikkelt om on-site projecten (dus bij een afnemer op het terrein) elektrolysers te realiseren. Deze projecten zijn belangrijk om de overgang te maken van de huidige 10 MW elektrolysers naar 100 MW elektrolysers.
De 100 MW elektrolysers zijn essentieel om de supply chain te laten groeien. Daarmee kan ervaring worden opgedaan met een grotere omvang én investeerders kunnen zien dat 100 MW elektrolysers goed functioneren. Ook kan de technologie verder ontwikkelen met het oog op verdere opschaling.
Deze projecten staan op dit moment klaar. De industrie wil hier snel voortgang mee boeken zodat de eerste stap van opschaling genomen kan worden. Hiervoor is op korte termijn (2021) financiële ondersteuning vanuit de overheid vereist. Hiermee wachten leidt tot uitstel of mogelijk zelfs afstel van investeringsbesluiten.
Stap 2: Wijs locaties aan en organiseer geïntegreerde tenders (tender 2023-2027, constructie 2026-2030)
De grootste hoeveelheden grijze waterstof worden op dit moment geconsumeerd in Zeeland en Rotterdam. Samen met IJmuiden en Eemshaven zijn dit strategische locaties aan de kust voor de grootschalige ontwikkeling van elektrolysers.
Een koppeling tussen duurzame waterstof en wind op zee ligt hier voor de hand. Bij het flexibel inzetten van elektrolysers – op momenten dat er veel wind is – profiteren deze van het grote aanbod van windstroom en de bijbehorende lage elektriciteitsprijzen. De elektrolysers zorgen tegelijkertijd voor een stabilisering van de vraag naar elektriciteit waardoor het windpark op zee het aantal onrendabele uren in de business case kan minimaliseren en dus meer zekerheid krijgt over de inkomsten, wat de financieringskosten naar beneden brengt.
Stap 3: Realiseer nationaal netwerk en maak van Nederland een waterstofrotonde (2030 - 2050)
Zodra er regionale duurzame waterstof centra gebouwd zijn in de industriële clusters dienen deze verbonden te worden. Dit kan in Nederland relatief eenvoudig door een deel van het bestaande Gasunienetwerk te converteren naar een waterstofnetwerk. Zoutcavernes kunnen hierbij dienen als opslag en daarmee voor flexibiliteit zorgen. Dit is het begin van Nederland als waterstofronde.
Doordat duurzame waterstof geen of weinig subsidie meer nodig heeft in 2030 (indien nu wordt gestart) wordt de waterstofproductie op land uitgebreid, eventueel in combinatie met waterstofproductie op zee.
Mogelijk komt ook import van waterstof daar nog bij. Nederland kan dan de waterstofrotonde van Europa vormen met export naar het Ruhrgebied, Antwerpen en andere delen van Europa. De havens zijn daarbij een draaischijf van productie en doorvoer. Net als nu, maar dan duurzaam.
Om deze stip aan de horizon te bereiken moeten er tussenstappen worden gezet waarbij de overheid een coördinerende en ondersteunende rol speelt.