Een CO2 neutrale toekomst in zicht
De activiteiten en energieproductie van Ørsted (scope 1 en 2) liggen op schema om tegen 2025 CO2 neutraal te zijn, waardoor we ver voorlopen op de wetenschappelijke doelen van het Parijs-akkoord.
Voor 2040 hebben we de ambitie dat ook onze hele value chain (scope 3) CO2-neutraal moet zijn. We werken nauw samen met onze leveranciers om dit waar te maken, onder meer door het vinden van nieuwe oplossingen om zaken zoals staal en schepen koolstofvrij te maken.
Ørsted vandaag
We zijn de wereldwijd marktleider in offshore wind en één van de grootste duurzame energiebedrijven ter wereld. Op het gebied van onshore wind-, zonne-energie en energieopslag hebben we een regionale positie in de VS die snel groeit. We werken hard aan nieuwe technologieën voor duurzame energie, zoals waterstof. We behoren tot de meest waardevolle energiebedrijven in Europa, met een marktkapitalisatie die meer dan verviervoudigd is sinds onze beursgang in 2016.
Navigeer naar links om meer te weten te komen over onze plannen om CO2-neutraal te worden, of naar rechts om te zien hoe we zijn gekomen waar we nu zijn
Een 30-jaren doel bereikt in tien jaar
In 2008 kwamen we tot de visie om ons bedrijf te transformeren van fossiele brandstoffen naar groene energie, en in 2009 stelden we het doel om de verhouding tussen fossiele brandstoffen en hernieuwbare energiebronnen in onze warmte- en elektriciteitsmix om te keren, zodat onze energieproductie in 2040 voor zo’n 85% duurzaam zou zijn. We bereikten dat punt al in 2019, een volle 21 jaar eerder dan gepland.
Wereldwijde expansie
Nadat we onze eerste kantoren buiten Europa hadden geopend - Taipei in 2016 en Boston in 2017 - namen we in 2018 een Amerikaanse ontwikkelaar vanduurzame energie over, gespecialiseerd in onshore wind- en zonne-energie.
Het einde van het fossiele brandstof tijdperk
In 2017 stelden we het doel om tegen 2023 een einde te maken aan het gebruik van kolen voor onze warmte- en elektriciteitsopwekking door een aantal van onze centrales te sluiten en andere centrales om te bouwen zodat ze duurzame biomassa aankunnen.
2017 was ook het jaar waarin we de verkoop van onze olie- en gasproductie activiteiten voltooiden, waarmee een einde kwam aan een tijdperk voor wat ooit de staatsoliemaatschappij van Denemarken was. We gingen verder onder de naam Ørsted, geleid door de visie van een wereld die volledig draait op groene energie.
Klaar om naar de beurs te gaan
In 2016 ging het merendeel van onze kapitaaluitgaven naar hernieuwbare energiebronnen. Institutionele investeringen in onze bestaande windparken betekende dat er kapitaal vrijkwam om in nieuwe projecten te investeren. Dat betrof nieuwe markten zoals Nederland, maar ook recordbrekende projecten zoals Hornsea 1, 's werelds eerste windpark op gigawatt-schaal.
In dat jaar gingen we naar de beurs in 's werelds een na grootste beursgang (IPO), met een equity story gericht op investeren in offshore wind en de kansen die de transformatie van groene energie biedt.
Offshore wind nu goedkoper dan fossiele energie
In 2016 zijn we er voor het eerst in geslaagd om offshore wind concurrerend te maken met elektriciteitsproductie uit kolen- en gascentrales. Dat wil zeggen dat de kosten van nieuw gebouwde windenergie op zee per MWh onder de equivalente kosten van stroom uit nieuw gebouwde kolen- en gascentrales kwamen te liggen.
Kostenverlaging
Offshore wind was vroeger veel duurder dan nu. In 2013 besloten we om koploper te worden door de kosten ervan systematisch te verlagen. Dit bereikten we door schaalgrootte en innovatie, grotere parken met grotere windturbines te ontwikkelen en de kosten voor alle componenten, constructie, exploitatie en onderhoud te optimaliseren.
Ons doel was om de kosten van elke MW van elektriciteit uit windenergie op zee te verminderen met 35-40%, tot €100 per megawattuur in 2020. Dit was zeer ambitieus op dat moment, maar we bereikten het doel al in 2016.
Uitbreiding offshore wind
De energiesector in Europa kende tussen 2008 en 2012 een flinke terugval als gevolg van dalende gasprijzen. Terwijl sommige energiebedrijven reageerden door hun investeringen in offshore wind terug te brengen, kozen wij een ander pad.
Gesteund door langetermijn prijsondersteuning in het VK en Duitsland, breidden we onze investering in nieuwe offshore windparken uit en sloten we een bulk-overeenkomst met Siemens voor 300 windturbines van 6 MW.
Fossiele brandstoffen worden een risico
Als een bedrijf dat sterk afhankelijk was van de inkomsten uit gasverkoop, werden we in 2012 hard getroffen door een daling van de gasprijzen. Onze kredietwaardigheid werd verlaagd en de vooruitzichten waren somber.
Maar de nieuw aangetreden CEO, Henrik Poulsen, kondigde een plan aan dat aanzienlijke kostenbesparingen, de verkoop van niet-kernactiva en een kapitaalinjectie met zich mee zou brengen. Vanaf dat moment kozen we ervoor om hernieuwbare energiebronnen uit te breiden en uiteindelijk onze fossiele brandstoffen- en nutsbedrijven te ontmantelen.
De eerste stappen op weg naar concurrerende offshore wind
Een reden waarom offshore wind vroeger zo duur was, was het gebrek aan infrastructuur of schaalvoordelen. In 2009 zetten we de beslissende stap door een bulk bestelling te plaatsen voor 500 Siemens windturbines van 3,6 MW. Dat waren meer windturbines dan er op dat moment in de hele wereld offshore in bedrijf waren, en genoeg om een strategische toeleveringsketen veilig te stellen zodat nieuwe windparken op zee goedkoper gebouwd konden worden.
Het potentieel van een opkomende technologie herkennen
Toen DONG Energy in 2006 door een fusie ontstond, omvatte onze portefeuille het eerste offshore windpark ter wereld, Vindeby, gebouwd in Denemarken in 1991.
Naarmate de technologie volwassener werd en grotere projecten werden ontwikkeld, konden we zien dat wind op zee potentieel had: een bijna onbeperkte energiebron zonder directe CO2-uitstoot en zonder de beperkingen van wind op land. Het leek toen al de moeite waard om er een levensvatbaar bedrijf van proberen te maken.
Groene ambities voor de lange termijn
In 2008 was 85% van onze warmte- en elektriciteitsproductie gebaseerd op fossiele brandstoffen en slechts 15% op hernieuwbare energiebronnen. We spraken af om deze ratio in 40 jaar om te keren - iets dat in tien jaar haalbaar bleek te zijn.
Hoewel dit geen universeel populaire beslissing was in een toen nog toonaangevend bedrijf op het gebied van fossiele brandstoffen, gingen we meteen aan de slag. We stopten met nieuwe steenkoolprojecten en sloten een aantal bestaande centrales, en startten met het bouwen van een financieel levensvatbare onderneming op basis van hernieuwbare energie.
Geboren als fossiele brandstofgigant
Ørsted ontstond in 2006 als DONG Energy uit een fusie tussen het Deense staatsoliemaatschappij en vijf Deense energiebedrijven. Wij waren een van de meest kolen intensieve bedrijven in Europa, verantwoordelijk voor een derde van de CO2-uitstoot in Denemarken.
Maar zelfs toen hing verandering al in de lucht. De hernieuwbare energiesector groeide snel, landen en regio's zoals de EU begonnen doelstellingen voor C02 reductie vast te stellen en onze eigen CO2 intensieve activiteiten werden geconfronteerd met publieke weerstand. Het werd tijd om na te denken over hoe we onderdeel van de oplossing konden worden.