Ørsted heeft vanuit de ambitie om windparken natuurinclusief in te richten in het vierde kwartaal van 2020 vier kunstmatige riffen in het windmolenpark geïnstalleerd. Via zenderonderzoek bestuderen de onderzoekers het gedrag van beide soorten die een voorkeur hebben voor hard substraat, zoals kunstriffen, in hun directe leefomgeving. Daarnaast worden eDNA watermonsters uitgevoerd om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de soortenrijkdom op de kunstriffen. Het windpark is sinds het laatste kwartaal van 2020 in vol bedrijf. Het windmolenpark Borssele 1&2 zal op 6 september 2021 officieel worden ingehuldigd.
Uit onderzoek blijkt dat de biodiversiteit in offshore windparken toeneemt op en rond de funderingen van de windturbines. Ørsted, Wageningen Marine Research, consortium Win-Wind en De Rijke Noordzee onderzoeken hoe het onderwaterleven in windparken verder positief gestimuleerd kan worden. In deze samenwerking bestuderen de onderzoekers het effect van de plaatsing van de vier kunstmatige riffen op de onderwaternatuur.
Onderzoek bestaat uit drie delen
Het onderzoek rond deze kunstmatige riffen in Borssele 1&2 bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste worden de bewegingen van individuele Atlantische kabeljauwen gedurende ruim twee jaar gevolgd, om het gedrag rond elk kunstmatig rif te onderzoeken. Ten tweede worden de bewegingen van individuele Europese kreeften op soortgelijke wijze gevolgd. Ten slotte wordt de biodiversiteit gemonitord met behulp van een reeks monitoringtechnieken.
45 kabeljauwen volgen
In het eerste deel van het project bestuderen onderzoekers van Wageningen Marine Research het gedrag van individuele Atlantische kabeljauw (Gadus morhua) rond de geïnstalleerde riffen. Kabeljauw werd geselecteerd omdat hij wordt beschouwd als een sleutelsoort, en een belangrijke soort is in het functioneren van het plaatselijke ecosysteem. Overleving en gedrag van Atlantische kabeljauw bieden eerste aanwijzingen over het functioneren van de riffen als geschikt leefgebied. In dit onderdeel van het project werden 45 kleine kabeljauwen gemerkt met een akoestische zender. Deze vissen werden op de riffen op locatie met de hengel gevangen, en vervolgens met zender teruggezet op dezelfde plek. De gegevens van de zenders geven informatie over de bewegingen en activiteiten van elk dier van minuut tot minuut. Aan de hand van deze gegevens kan het gedrag van elke individuele vis worden onderzocht, en een eerste evaluatie over het functioneren van de kunstmatige riffen voor natuurverbetering worden gedaan